
De kritische vriend – mee- (of tegen-) denken wanneer gewenst
Wat is het?
Een blik van buiten kan enorm waardevol zijn. Door met een frisse blik te kijken naar bestaande praktijken ontstaan nieuwe inzichten. Iemand die als een kritische vriend luistert, kijkt en adviseert. Niet door vanaf een afstand te zeggen hoe het wel moet maar door vanuit betrokkenheid actief bij te dragen aan een volgende stap – zonder daarbij zelf op de voorgrond te staan.
Over de waarde van een kritische vriend bestaat vaak geen discussie. Maar wanneer en waarvoor schakel je iemand van buiten in? Die blik van buiten kunnen wij bieden bij bestuurskundige vraagstukken, denk aan de governance tussen verschillende partijen bij de aanpak van een complexe opgave of het vormgeven van een nieuwe strategie. In het moment reflecteren op dergelijke vraagstukken, kunnen we flexibel vormgeven via wat wij noemen een ‘strippenkaart’-constructie, waarbij we op gewenste momenten bij kunnen springen met raad en advies.
Wat het oplevert
Het betrekken van een of meerdere NSOB-onderzoekers via deze ‘kritische vriend-constructie’ is een manier om een betrokken blik van buiten te organiseren. Het levert niet alleen ander soort reflecties op dan vanuit de eigen organisatie kunnen worden gedaan. Ook kan de onderzoeker bestuurskundige kennis en eerder opgedane kennis gebruiken bij het meekijken en meedenken. Bovendien kan dit op momenten die voor de opdrachtgever zelf relevant zijn, dus niet (alleen) op momenten die ver van tevoren zijn ingepland maar juist op momenten die aansluiten bij de logica van de eigen organisatie.
Vormgeving
Om als kritische vriend scherp mee en tegen te kunnen denken, starten we altijd met een vrijblijvend intakegesprek om de precieze kwestie en passende vorm te bespreken. Vervolgens bepalen we in afstemming met de opdrachtgever een periode waarin de zogenaamde ‘strippenkaart’ kan worden ingezet. Iedere keer dat onze expertise is gevraagd kan de opdrachtgever een sessie in overleg met ons inplannen als onderdeel van de strippenkaart. We hanteren daarbij een minimumaantal van drie sessies.
Een voorbeeld
Begeleiding ontwikkeltraject strategisch vermogen gemeente Ede
De gemeente Ede behoort tot de snelst groeiende gemeenten van Nederland. Dat is een positief teken en ook iets om als gemeente trots op te zijn. De groei leidt ook tot vele, nieuwe uitdagingen die niet alleen nu maar ook de komende jaren grote impact gaan hebben. Om hier goed mee om te gaan wil de gemeente Ede door middel van een ontwikkeltraject het strategisch vermogen versterken. Maar wat is dat strategisch vermogen eigenlijk? Wat vraagt dit van medewerkers? En hoe doe je dit goed?
Vanuit de NSOB zijn we gevraagd om als kritische vriend hierin mee te denken: hoe is de juiste strategieën te bepalen, zijn keuzes te maken en is sturing te geven? We hebben meegedacht met het formuleren van een kader (‘wat is strategische ontwikkel- en stuurkracht en wat beogen we daarmee?’) en het uitwerken van een voorstel voor een actieprogramma met maatregelen (‘wat is er nodig om dit te organiseren?’).
Onze begeleiding had als doel conceptueel te inspireren in het denken over strategie en strategisch vermogen, het spiegelen aan andere praktijken waar wordt gewerkt aan de ontwikkeling van strategisch vermogen en mee te denken over hoe deze inzichten toe te passen op de praktijk van de gemeente Ede. In een viertal sessies van ieder een halve dag hebben we gewerkt aan het verkennen van aspecten van strategie, het verdiepen van competenties van strategen, het verbinden van strategie aan de organisatie en het verankeren van het strategisch vermogen. Met als eindresultaat een door de afdeling Strategie en Regie zelf ontwikkelde en door het directieteam bekrachtigde nota over hoe het strategisch vermogen in de gemeente Ede te versterken.