De provincie Zeeland werkt, zoals veel andere overheden, in steeds meer dossiers in netwerkverbanden. De idee achter een dergelijk sturen in netwerken is dat de provincie haar door de politiek bekrachtigde beleidsdoelen probeert te realiseren door intensief met andere partijen samen te werken. Netwerksturing is daarmee een gewone manier van sturing, in die zin dat het gaat om een manier om politiek bekrachtigde doelen in de context van netwerken te realiseren. Tegelijkertijd is netwerksturing een ongewone manier van sturing, omdat geëigende en geborgde kaders, procedures en methoden voor politieke borging er moeizaam bij passen. Met andere woorden: als we de geëigende werkwijze voor politiek, politieke sturing en controle toepassen op de context van netwerken, dan is de kans groot dat het politieke in netwerksturing verloren gaat. Vaak is dit probleem in de praktijk allang opgemerkt. Veel overheden hebben het erkend en provisorisch ondervangen door uitzonderingen, pilots, experimenten en andere vormen van buitenboordmotoren in te richten.
De provincie Zeeland wil aan deze praktijk van aangroeiende hulpconstructies en buitenboordmotoren ontsnappen, door het werken in netwerken politiek te normaliseren. In dit essay betogen de auteurs dat de volgende stap in het werken met netwerksturing de normalisering is van de politiek in netwerksturing. Dat betekent het zo inrichten van werkprocessen, procedures en afspraken dat het primaat van de politiek ook bij netwerksturing geborgd is. Dat vereist inzet op drie samenhangende elementen: explicitering, institutionalisering en reflectie.