De participatie van burgers heeft een centrale plaats in de decentralisaties. Er wordt een beroep gedaan op de eigen kracht van mensen die hulp nodig hebben en op de mensen in hun omgeving die hulp kunnen geven. Gemeenten gaan eerst kijken naar wat burgers zelf kunnen en de aanspraak op professionele hulp wordt minder vanzelfsprekend. De decentralisaties zijn daarom niet slechts een bestuurlijke operatie, maar vooral ook een maatschappelijke operatie.
Deze operatie roept de vraag op of én hoe gemeenten de participatie van burgers in het sociale domein kunnen vergroten? En wat kan de overheid doen om mensen uit zichzelf in beweging te brengen? Het gaat om een groter beroep op vrijwillige inspanning door mensen, die tegelijkertijd beleidsmatig ‘moet’. Dit klinkt paradoxaal en dat is het ook. Over effectief overheidshandelen in die paradox van gestuurde zelfsturing (participatie komt uit jezelf, maar het moet ook) gaat dit essay.