Burgers hebben in Nederlandse gemeenten tal van mogelijkheden om te participeren in het lokaal openbaar bestuur. Opvallend genoeg richten veel initiatieven ter versterking van de burgerbetrokkenheid zich op participatie aan de voorkant van het beleidsproces: in de agendavorming, beleidsvoorbereiding en beleidsbepaling. Vormen van burgerparticipatie die zich richten op participatie aan de achterkant van het beleidsproces zijn spaarzaam. Relatief weinig initiatieven richten zich op de controle en evaluatie van beleid. Deze nieuwe vormen van betrokkenheid van burgers, als controleurs van beleid, zijn te duiden als ‘burgeraudits’. Het gaat dan om auditing door burgers die de gemeente kritisch volgen én controleren, omdat zij begaan zijn met wat er in hun wijk of buurt gebeurt.
Burgeraudits passen in de bredere maatschappelijke ontwikkeling dat burgers op steeds meer terreinen direct of indirect inbreng krijgen (of eisen) op het gebied van controle en evaluatie, zoals burgervisitatiecommissies, burgerrekenkamers en burgerjournalistiek. Veel van deze vormen staan nu nog in de kinderschoenen en vinden op kleine schaal plaats, maar in potentie betreft het vormen van burgerbetrokkenheid die voor de toekomst van het lokaal bestuur van grote betekenis zijn. Met het in de praktijk brengen van deze initiatieven breekt een spannende tijd aan voor zowel de initiatieven zelf als voor de gemeenten die zich aan de initiatieven verbinden. Burgers die een rol vervullen op het gebied van controle en evaluatie zijn voor gemeenten een vorm van participatie die in potentie zeer kansrijk is en specifieke kwaliteiten kent, maar ook voor politiek en bestuur kwetsbaar kan zijn en valkuilen heeft.