De vraag die in dit onderzoek centraal staat is hoe we kunnen leren van het omgaan met signalen. Daartoe is het nodig om terug te gaan naar de tijd waarin signalen zich voordeden en te reconstrueren hoe de omgang met die signalen verliep. Dat gebeurt in dit onderzoek naar de omgang met signalen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) rond de kinderopvangtoeslag. Daarbij proberen we niet met de wijsheid achteraf terug te kijken naar toen, maar terug te gaan naar toen om te leren van hoe er toen, met de kennis en wijsheid van toen, gekeken werd naar de beschikbare informatie. Dit om te begrijpen waarom er zo gehandeld is. Zijn er patronen te ontwaren die ons iets kunnen leren over de manier waarop we nu met signalen omgaan, om zo het signalerend vermogen van de organisatie te verbeteren?
Het in beeld brengen van verschillende signalen en het vervolgens duiden van patronen leidt in dit essay tot een aantal principes die we zien als de basisbestanddelen van een organisatie die signalen beter schat. Deze hebben veelal betrekking op het ontwikkelen van een cultuur en systematiek voor het bewust onzeker zijn over wat er in het veld aan de gang is. Signalen beter schatten gaat dus niet alleen om het oppikken en behandelen van concrete signalen die er zijn, maar ook om het actief open staan voor wat er gebeurt en de signalen actief opzoeken. Om signalen op waarde te schatten is het belangrijk om breed, divers en gevarieerd te kijken. Daarbij is het nodig om bewust onzeker te zijn. Met alle kennis die we hebben weten we niet wat er precies speelt. Zo is het nu eenmaal en dat nodigt uit tot bescheiden betrokkenheid. Betrokken, dus met de wil om er het beste van te maken, zoveel mogelijk te weten te komen en écht te zoeken naar wat er aan de hand zou kunnen zijn. Maar ook bescheiden, omdat het nooit volledig te weten, te kennen en te duiden is. Dat heeft als logisch gevolg dat elk weten, maar ook elk handelen uiteindelijk feilbaar is. Dat betekent het voortdurend scannen van gevolgen, zoeken naar wat er werkelijk gebeurt, naar hoe beleid anders dan bedoeld uitpakt, en dan permanent lerend en ontwikkelend volgende stappen zetten. Dus nog steeds doelbewust en doelgericht opereren, maar vanuit het fundamentele uitgangspunt van onzekerheid.