De gemeente Rotterdam heeft grote ambities met het onderwijs. Dat komt tot uitdrukking in het ambitieuze streven dé onderwijsstad van Nederland te zijn. Volgens de tekst van het beleidsprogramma Leren Loont! betekent dit dat Rotterdam dé stad is “waar je onderwijs wilt krijgen en geven”. Aan het bereiken van die ambitie dragen de gemeente en het onderwijsveld bij met hun gezamenlijke onderwijsbeleidsprogramma: Leren Loont!. Het beleidsprogramma nadert het einde van de huidige beleidsperiode. Dat roept vragen op over wat er dan in de volgende fase zal moeten gebeuren. Het vraagt om het ontwerpen van een volgende fase die logisch aansluit op de vorige.
De overgang van de ene naar de andere fase, van het ene beleidsprogramma naar het andere, wordt vaak geduid als een tussenfase. Dat is niet echt een fase in formele zin, maar eerder een informele tussentoestand die programmamanagers door moeten om in die andere, volgende, wel echt ter zake doende fase te komen, waarin een gepresenteerd programma en document weer houvast geeft. De tussenfase bestaat vaak ook niet echt. Het is meer een woord om te voorzien in een ongemak dat de volgende fase nog niet echt is aangebroken. Er is evenwel een andere opvatting mogelijk, die wat “in de tussentijd” gebeurt een hele andere betekenis geeft. Leidend idee in die opvatting is dat fasen slechts tijdelijke toestanden van beweging zijn. Dat de beweging centraal staat en het programma slechts een verstoffelijking is van een momentopname in de doorgaande beweging. Niet de toestand in de fase, het document en het nieuwe programma staan centraal, maar juist de beweging die zich tussen en binnen fasen laat zien.
In dit essay willen laten zien dat het bij een onderwijsprogramma als Leren Loont! niet alleen gaat over een nieuwe fase die wordt ingezet, in de zin van een toestand die wordt opgevolgd door een volgende toestand, maar dat het ook gaat over bewegingsovergangen: van de ene dynamiek die zich doorzet in een andere. En die bewegingsovergangen laten zich niet vangen en zeker niet in een bestuursperiode vastleggen. Ons gaat het er niet zozeer om wat die volgende fase inhoudt, maar meer hoe het programma in die volgende fase komt.