UWV heeft in de herfst van 2024 een Verbeteraanpak opgesteld voor de fouten die in zijn WIA-dienstverlening zijn opgetreden (Kamerbrief 2024-0000919392). UWV voert vaker hersteloperaties uit. UWV is erop gericht zelf mogelijke fouten in dienstverlening op te sporen en deze vervolgens te herstellen. Dat zegt iets over het soort organisatie dat UWV is op twee manieren: het is een publiekgerichte dienstverlener die met de beste bedoelingen zich inspant voor zijn cliënten. Maar ook is het een organisatie die zulke complexe wet- en regelgeving moet uitvoeren, dat fouten vrijwel inherent onderdeel zijn geworden van het werk. In dat extreem foutgevoelige proces is het de taak van UWV om deze snel op te sporen en te herstellen. Daar is het hier misgegaan: er is te veel fout gegaan, te weinig en te laat opgespoord, en (dus) niet tijdig hersteld.
In deze expert review nemen auteurs Martijn van der Steen en Georgina Kuipers deze onuitvoerbaarheid als vertrekpunt voor hun beoordeling van de Verbeteraanpak. Zij constateren dat fouten uit het verleden moeten worden rechtgezet en dat is waar UWV in de Verbeteraanpak maatregelen voor neemt, die in de review verder worden besproken en geanalyseerd. Maar aangezien dit vertrekpunt betekent dat fouten in de toekomst (vrijwel) zeker zullen gebeuren, moet dit zwaar wegen bij de wetgever. De uitvoering kan en moet beter, maar de werkelijke oplossingen liggen in andere (en uitvoerbare) wetgeving.
Van der Steen en Kuipers analyseren de Verbeteraanpak aan de hand van zes principes van vertrouwenwekkend schadebeleid zoals eerder uiteengezet door Kuipers (2021): erkenning, participatie, begrijpelijkheid, openbaarheid, onafhankelijkheid en voortvarendheid. Op basis van deze principes stellen zij vragen en doen zij diverse aanbevelingen. Zij trekken afsluitend een aantal overkoepelende conclusies en benoemen aandachtspunten vanuit drie perspectieven die relevant zijn voor dit hersteltraject, gezien de doelen en uitgangspunten van UWV. Vanuit de belevingswereld van burgers en het perspectief van UWV als publieke dienstverlener is een belangrijke vraag of de onzekerheid die gepaard gaat bij het mogelijk terugvorderen van uitkeringen die foutief te hoog zijn geweest, hier te verteren is. Vanuit een juridische redenering - eventueel in samenspel met financiële lasten voor de schatkist - kan worden beargumenteerd dat deze mogelijkheid tot terugvordering in stand moet worden gehouden. Maar de auteurs menen dat juridische beginselen moeten worden gewogen met in het achterhoofd de kennis van de onuitvoerbaarheid van wet- en regelgeving én met het oog op de aanhoudende complexiteit in de hervorming hiervan. Dat raakt ook aan het derde perspectief, vanuit organisatieoogpunt. Hoe kunnen structurele problemen worden gerepareerd terwijl UWV ook deze grote hersteloperatie moet doen en daar veel (politieke) aandacht naar zal gaan?
In de opzet en uitvoering van vertrouwenwekkend schadebeleid ervaren wetgever, beleidsmakers en uitvoerders een veelheid aan dilemma’s. Deze dilemma’s bevinden zich binnen en tussen de hierboven genoemde principes van vertrouwenwekkend schadebeleid. UWV kan expliciet(er) maken waarom het bepaalde keuzes maakt. Op allerlei vlakken zitten in het schadebeleid keuzes aangaande zorgvuldigheid (die vaak gepaard gaan met complexiteit, ten minste in de uitvoering) en voortvarendheid, zoals in deze review geschetst. Denk aan keuzes als wel of niet in een keer alle cliënten duidelijkheid bieden of de keuze om terugvorderingen uit te voeren. De vraag kan dan zijn of duidelijkheid op een bepaald moment in de toekomst niet minder inzicht biedt dan helderheid over processtappen tussendoor. En zeker het uitgangspunt van terugvorderingen lijkt op allerlei andere terreinen complexiteit te introduceren – de benodigde maatwerkverrekening in combinatie met incomplete dossiervorming lijkt een recept voor veel ingewikkeldheid en (dus) vertraging.