Let op: de eerste editie van dit leeratelier (start november 2024) zit vol. We behandelen geen nieuwe inschrijvingen meer.
In dit leeratelier faciliteert de NSOB samen met De Publieke Ontwerppraktijk (PONT) het gesprek tussen de ambtelijke professional en de ontwerpende professional over de manier waarop zij impact maken met en in de werkpraktijk. Dit leeratelier is geen klassiek onderwijstraject, maar een serie interactieve sessies waarbij we de twee logica’s verder verkennen en nadenken over wat er nodig is om hindernissen in de dagelijkse werkpraktijk het hoofd te bieden. De idee is daarbij dat het samen reflecteren op spannende momenten, ingewikkelde relaties, en gedeelde verantwoordelijkheden in het eigen vakmanschap, het leren van elkaar faciliteert.
T.A.M. (Myrthe) van Delden MSc
Opgaven als de woningnood, klimaatverandering, sociale ongelijkheid en de gezondheidszorg stellen onze samenleving voor ingewikkelde uitdagingen. Deze vraagstukken zijn verweven in verschillende domeinen, hebben niet één eigenaar en zijn niet (makkelijk) op te lossen. Bij het aanpakken van dergelijke complexe vraagstukken blijkt een ontwerpende manier van werken goed te passen. Een ontwerpende aanpak is een integrale en iteratieve aanpak, die zich juist goed leent voor unieke en steeds veranderende situaties. Om de potentie van de aanpak in een publieke context te benutten moet wel een aantal drempels worden genomen. Overheid en ontwerpers werken volgens verschillende principes. Zo moet de overheid zich verhouden tot politiek en heeft zij te maken met checks & balances. Dat gaat niet altijd samen met de beweegruimte en flexibiliteit waar een ontwerpende aanpak om vraagt. Ook kunnen ambtenaren die zich bezighouden met maatschappelijke vraagstukken de praktijk en werkwijze van ontwerpers als onvoorspelbaar ervaren omdat het zich lastig laat inkaderen in het bestuurlijk en ambtelijk proces. Deze schurende logica’s zitten een succesvolle publieke ontwerppraktijk in de weg.
In het leeratelier staat het ontwikkelen van gedeelde denkramen en een gezamenlijke taal centraal. Tijdens de startbijeenkomst maken we kennis met elkaar en het programma, en verkennen we de verschillende werelden van de ontwerppraktijk en de overheid. Tijdens de daaropvolgende modules staat steeds één inhoudelijk thema centraal. In de ochtend introduceert een docent tijdens een gastcollege het thema van de betreffende module. Dat kan bijvoorbeeld gaan over de manieren waarop taal ons kan hinderen en helpen bij het voorbij gaan aan schurende logica’s. Een ander onderwerp is het werken in netwerken: welke sturings- en organisatieprincipes zijn nodig om je staande te houden tijdens deze vorm van werken met een veel- en verscheidenheid aan actoren? Beoogde docenten en begeleiders zijn o.m. dr. Martin Schulz, Myrthe van Delden MSc, dr. Hans Vermaak, drs. Andrea Frankowski, Femke Coops MSc, en prof. dr. Mark van Twist. ’s Middags gaan we zelf aan de slag met ontwerpend werken in relatie tot het onderwerp van de ochtend en reflecteren we onder begeleiding van PONT en de NSOB op de betekenis van de inhoudelijke inbreng van de gastdocent voor de eigen werkpraktijk van deelnemers. Dat doen we aan de hand van de eigen casuïstiek. De uitwisseling stopt niet bij deze modules, maar is een doorlopende lijn in het traject: voor het leeratelier worden tweetallen gevormd waarmee tussen de bijeenkomsten in kan worden uitgewisseld over inzichten en dilemma’s.
Het leeratelier is bedoeld voor ervaren ontwerpers die actief zijn in een politiek-bestuurlijke omgeving en ervaren ambtenaren die enige ervaring met ontwerpend werken hebben. We vragen minimaal vijf jaar werkervaring van potentiële deelnemers. Omdat we naar een gebalanceerde groep met een variëteit aan expertise en casuïstiek streven, vragen we je om je motivatie, achtergrond, en in te brengen casus nader toe te lichten. Na het indienen van je aanmelding hoor je binnen twee weken of je bent toegelaten tot het leeratelier.