Een bus voor een verre groepsreis met veel passagiers, een terreinwagen om zelfs de meest verwilderde en overwoekerde paden te trotseren, een stadsautootje dat dwars in een parkeervak past - iedere auto wordt ontworpen met bijzondere eigenschappen. Die eigenschappen maken dat ze voor de ene situatie zeer passend zijn, maar in een andere situatie geen schijn van kans maken. Zo is het eigenlijk ook met stelsels. In 'Onderweg ontwerpen' onderzoeken Annemarie van der Wilt, Martijn van der Steen, Christiaan van der Kaaij, Eva Kloet, Laura Schröer en Bart van Kessel aan de hand van de metafoor van een auto wat het betekent om een stelsel te ontwerpen. Op welke kenmerken kunnen stelsels van elkaar verschillen? Wat voor prototypen ontstaan er uit die mogelijke variatie, en hoe functioneert zo'n stelsel als het eenmaal de 'windtunneltest' moet ondergaan?
Download het essay hier