In razend tempo digitaal: de transformatie van het NSOB onderwijs.

Afbeelding notitieblok en laptop

Door Marije Huiting (onderzoeker en opleidingsmanager NSOB)

Vrijdag 13 maart, onderwijsdag bij de NSOB. Deelnemers druppelen een voor een binnen. Handen schudden met de docent is er niet meer bij, maar samenkomen is nog mogelijk. In de loop van de dag wordt echter duidelijk dat dit de laatste fysieke bijeenkomst zal zijn: richtlijnen worden aangescherpt en evenementen geannuleerd. In dit artikel delen enkele NSOB collega’s hoe zij met deze nieuwe werkelijkheid zijn omgegaan en vertelt een deelnemer aan Leeratelier Strategie hoe ze de digitale onderwijsbijeenkomsten beleeft.

Esmé Cartens, manager onderwijs bij de NSOB: “Toen iedereen net thuis kwam te zitten, was onze eerste reactie dat we moesten onderzoeken of we een gedeelte van onze opleidingen online konden vormgeven. Het was in het begin experimenteren: Welk platform werkt het beste en is veilig? Hoe zorgen we ervoor dat de kwaliteit van hetzelfde hoge niveau blijft? Zo’n 80 procent van onze opleidingen zijn we online gaan voortzetten. Dat had ik van te voren niet verwacht. We leren steeds beter de dynamiek en de didactiek van digitaal onderwijs kennen, het is zeker geen kopie van ons fysiek onderwijs. Met nieuwe technieken en werkvormen en de flexibiliteit van onze docenten konden we kwaliteit blijven bieden. Dit heeft me positief verrast.”

Ook Paul Frissen, bestuursvoorzitter en decaan bij de NSOB, is goed te spreken over de omslag naar digitaal onderwijs: “De NSOB heeft in een razend tempo en met groot enthousiasme alle onderwijs digitaal gemaakt en doet dat nog steeds. Dat uitgerekend ik zelf als eerste aan de beurt kwam, was natuurlijk een bijzonder ironische samenloop van omstandigheden. Zonder enige ervaring heb ik dertien colleges gegeven voor/achter/tegen een scherm. Dat was wel even wennen, maar het ging uiteindelijk heel goed. Natuurlijk omdat er geweldige ondersteuning was. Dat is ook wel nodig omdat colleges digitaal geven een ding is, maar de interactie organiseren veel creativiteit en nieuwe aanpakken vraagt. De grote kracht van ons onderwijs is de hoogwaardige en intensieve interactie in de kleine groep, waarbij de inbreng van de deelnemers net zo belangrijk is als die van de docent. Dat was natuurlijk ook het grote experiment: kan digitaal onderwijs een alternatief zijn voor dat onderwijs? En het antwoord is eenvoudig: nee, dat kan niet. Maar het is wel een belangrijke en vernieuwende aanvulling en uitbreiding. Het maken van digitaal onderwijs vraagt veel, ook voorbij alle routines die we inmiddels hebben opgebouwd. Docent, opleidingsmanager en projectmanager moeten veel intensiever samenwerken. De organisatie en de planning van dit onderwijs luistert heel nauw. Veel kennis en creativiteit zijn nodig om werkvormen te bedenken. En ook de technologie is nog steeds een bottle neck, zowel als het gaat om de kracht en de kwaliteit van de verbinding, als om de kwaliteit van de software om onderwijs dat vintage NSOB moet zijn te ondersteunen, zeker ook bij sommige docenten die nog uit de tijd van de overhead projector zijn. Maar een ding is zeker: ook al weten we niet of deze crisis zal aanhouden, de ervaring die we met digitaal onderwijs hebben opgebouwd is van onschatbare waarde – ook voor een Coronavrije tijd.”

“Iedere lesdag ziet er weer anders uit,” vertelt opleidingsmanager van Leeratelier Strategie Jorgen Schram. “Soms werken we met vooraf opgenomen colleges en een livesessie tijdens de lesdag, soms doen we de hele lesdag ‘live’ door deze via een digitaal platform te streamen. Wel zitten er in beide varianten drie programmaonderdelen die telkens terugkomen: een inleidend college van de docent op een bepaald thema, een of meerdere opdrachten die deelnemers individueel en in subgroepen moeten maken en een livesessie met docent waar er gediscussieerd wordt over de thematiek. Per bijeenkomst stemmen we met de docent af wat zij een prettige vorm vinden van lesgeven en waar ik als opleidingsmanager denk dat de groep deelnemers behoefte aan heeft. De ene keer ligt dan meer de nadruk op inleiding van een thema en discussie daarover, de andere keer gaat meer om casuïstiek van de deelnemers die we centraal stellen. Ik vind zelf de mogelijkheid om een college vooraf op te nemen met de docent waarin het thema wordt ingeleid mooi. Dit maakt dat deelnemers hun tijdsbesteding aan de opleiding meer kunnen spreiden. Deelnemers kunnen voorafgaand aan de lesdag al dit college bekijken op een moment dat het hun goed uitkomt: in de trein naar werk of thuis op de bank. Daarnaast merk je dat deelnemers ook beter voorbereid in gesprek gaan met de docent tijdens de lesdag.” Om de lesdag voor de docenten en deelnemers goed te laten verlopen, is Jorgen host en moderator: “Ik leid de verschillende programmaonderdelen in en houd eventuele vragen en opmerkingen bij. De docent kan dan ook echt docent zijn en zich concentreren op de inhoudelijke vragen en discussie. En deelnemers die iets in willen brengen komen zo allemaal aan bod.”

Hoe is deze omslag naar het digitale onderwijs voor deelnemers? Laura Huigens, deelnemer van Leeratelier Strategie, vertelt: “De omschakeling naar digitaal onderwijs is wennen. Voor mij persoonlijk is het erg handig dat je een deel van de lesdag tijdsonafhankelijk kunt invullen. Door Corona zitten mijn partner en ik thuis met twee kleine kinderen en werken we in shifts. Op deze manier kan mijn partner op een lesdag ook nog een beetje werken. Nadeel is dat je, naast het voorbereidende leeswerk, in de aanloop naar een lesdag ook nog 's avonds colleges moet kijken. De NSOB heeft het goed en professioneel georganiseerd. De dag is nu verdeeld in blokken. Sommige blokken zijn gezamenlijk. Tijdens andere blokken kun je in deelgroepen werken of kun je vooraf opgenomen colleges bekijken. Nu we alleen nog digitaal bij elkaar komen, is er ieder blokje heel bewust een opdracht of iets dergelijks ingebouwd, waar je met je medecursisten van gedachten wisselt. Deze onderlinge interactie is leuk en leerzaam. De interactie met de docenten werkt eigenlijk verrassend goed. Beter dan ik van te voren had verwacht. Wel mis ik soms de spontane interactie van de docent met de groep en de gesprekken in de lunchpauzes."

Esmé herkent het gemis aan onderling contact: “Een belangrijk onderdeel van ons onderwijs is het sparren met andere deelnemers, elkaar tussen de bedrijven door spreken over het reilen en zeilen in de organisaties, de ongeplande maar inspirerende gesprekjes bij het koffieautomaat enzovoort. We denken goed na over vormen waarin dit digitaal deels kan worden opgevangen.”

Ook Jorgen ziet dat deelnemers elkaar op andere manieren opzoeken:Positief vind ik dat mensen elkaar wel weten te vinden wanneer dat nodig is. Zo hoorde ik van deelnemers dat ze elkaar hadden gebeld om over een kwestie op het werk te praten, even een andere kijk op een vraagstuk. Daar is zo’n opleiding natuurlijk ook erg belangrijk voor. Gedurende de opleiding wordt de groep steeds hechter. En hoewel het mensen zijn die weliswaar in andere organisaties werken en waar andere vraagstukken spelen, zitten ze vaak wel op dezelfde posities met dezelfde taken en verantwoordelijkheden. Dan is het fijn als je even kan ‘sparren’ over strategie en strategisch advies.”

De ervaringen die met de huidige opleidingen worden opgedaan, zijn zeer waardevol voor opleidingen die in het najaar (weer) starten. Esmé: “We gaan in onze opleidingen 'best of both worlds' toepassen. Natuurlijk zullen wij ook weer fysiek - op 1,5m afstand - samenkomen, maar we zullen de momenten van samenkomen meer kunnen gebruiken voor interactie en verdieping, doordat we een deel van de colleges al vooraf online gaan aanbieden. Digitaal onderwijs krijgt daarmee toegevoegde waarde voor executive onderwijs, denk alleen al aan de reistijd die mensen overhouden als ze thuis gedeeltelijk het onderwijs kunnen volgen. We zien ook meer mogelijkheden om internationale topdocenten uit te gaan nodigen.” Jorgen vult aan: “We nemen de colleges nu op waardoor deelnemers het college nog eens kunnen terugkijken of eventueel inhalen indien ze een lesdag onverhoopt hebben moeten missen.”

Esmé: “Kortom, de 'flipped classroom' en 'blended learning', het zijn termen waar we niet meer zonder kunnen. Waarbij wij het vanzelfsprekend vinden dat de combinatie digitaal en fysiek uiteindelijk minimaal dezelfde kwaliteit zal hebben als het onderwijs dat men van ons gewend is. Deze periode heeft de ontwikkelingen in ons onderwijs enorm versneld.”

 

Benieuwd geworden naar de opleidingen die starten in het najaar van 2020? Een overzicht is hier te vinden.

 

 

 

Deel dit artikel via TwitterLinkedInFacebook