Naast het toezicht op instellingen voert de Inspectie van het Onderwijs toezicht op het stelsel uit. Maar wat het stelsel is, en hoe daarop toezicht kan worden gehouden, is geen vanzelfsprekend gegeven. Het stelsel is immers geen praktijk die waargenomen en geregistreerd kan worden. Het toezicht op stelselniveau krijgt reële betekenis door het te relateren aan de praktijken die zich in en rondom het onderwijs voordoen. Maar de afstand tussen beide is groot. Wat op het niveau van een school gebeurt, zegt nog weinig over het functioneren van het stelsel en andersom geldt dat ontwikkelingen in het stelsel niet direct van toepassing zijn op de unieke situatie van een individuele school. Daarom bestaat de behoefte om de verhoudingen tussen stelsel- en instellingstoezicht opnieuw te bezien. In dit essay verkent de NSOB in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs de mogelijkheden om deze verbinding te maken.
Publicatiejaar
2015
Auteur(s)
Martijn van der Steen,
Nancy Chin-A-Fat,
Mark van Twist,
Jorren Scherpenisse,
Ferdinand Mertens
Thema's
Toezicht en naleving