Anno 2023 staat de gemeente Utrecht – net als vele andere gemeenten – voor een nieuwe opgave in het fysieke domein: het nijpende tekort aan betaalbare woningen, en de gelijktijdige stagnatie van woningbouwprojecten door marktontwikkelingen. Om de woningbouw op gang te houden heeft de gemeente een onderscheidende aanpak ontwikkeld, waarmee het door middel van maatwerk en eenmalige concessies vastgelopen woningbouwprojecten vooruit wil helpen. Dit is de ‘Utrechtse Aanpak’ gaan heten, waarmee de gemeente inmiddels al in vijf tranches de voortgang van 25 deelprojecten zegt te hebben bevorderd.
Wat betekent het eigenlijk om maatwerk toe te passen op de manier waarop dat in deze Utrechtse Aanpak is gedaan? Hoe ziet de aanpak er precies uit, en wat zijn de implicaties hiervan? In opdracht van de gemeente Utrecht onderzochten Martijn van der Steen, Edwin Buitelaar, Marije Huiting, Jesse Dusseljee en Hasna el in een zogeheten ‘quick-scan’ de Utrechtse Aanpak. Dat geeft een eerste zicht op de kenmerken en implicaties van de aanpak, maar ook op de nog nader te onderzoeken vragen voor de evaluatie die volgt op de quick-scan.
De quick-scan laat zien hoe de Utrechtse aanpak zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld tot een instrument waarmee de gemeente stagnerende woningbouwprojecten weer in beweging brengt. Tegelijkertijd laten de ervaringen met de Utrechtse Aanpak zien dat richting kiezen nodig is. Enerzijds kan de gemeente ervoor kiezen om selectiever te zijn in haar beleidsambities, zodat projecten aan minder eisen hoeven te voldoen en sneller tot een sluitende businesscase komen. Anderzijds kan de gemeente haar ambities behouden, maar deze per definitie contextueel toepassen, waarbij maatwerk niet langer de uitzondering is, maar de norm.
Lees ‘Ruimte om te bouwen, ruimte om te groeien’ hier.