Op allerlei plekken ontstaan samenwerkingen rondom concrete maatschappelijke opgaven. Zo ook bij de energietransitie waar de Regionale Energie Strategieën (RES) als bestuursarrangement is opgericht. Er is veel discussie over de democratische legitimiteit van deze samenwerkingsverbanden. Ze zouden te weinig verankerd zijn in de volksvertegenwoordiging, ver afstaan van democratische sturing en controle, en zich daarmee onttrekken aan het domein van de politiek, terwijl er wel heel betekenisvolle keuzes en verdelingen plaatsvinden. Voor de RES ligt dat niet anders. Sterker nog, de RES is een buitengewoon ingrijpende beweging, die de inrichting en ruimtelijke plannen van gemeenten decennia kan gaan beïnvloeden.
In dit essay reflecteren we met Geerten Boogaard en Joost Westerweel (Universiteit Leiden) en Pim Jansen (Erasmus Universiteit Rotterdam) vanuit de bestuurskunde en staats- en bestuursrecht op de democratische legitimiteit van de zeven RES’en in de provincie Zuid-Holland. We benoemen een viertal dilemma’s die betrekking hebben op de spanning tussen het resultaat en het proces, tussen politisering en consensus, nationaal versus decentraal en lokaal versus regionaal. Voor de komende jaren is het volgens ons van belang om oog te houden voor deze dilemma’s en een continu gesprek te voeren over de te kiezen strategie tussen de verschillende overheden als gelijkwaardige partners.