Op alle niveaus van de samenleving werken burgers, bedrijven, maatschappelijke organisatie en overheden aan de energietransitie: de verandering naar duurzame energie. De overheidssturing die nodig is voor de realisatie van de energietransitie is deels ondergebracht in een regionale aanpak: de Regionale Energie Strategie (RES)-aanpak. Dit zijn bottom-up gevormde regio’s waarin decentrale overheden (gemeenten, waterschap en provincie) met elkaar én met de markt en samenleving komen tot gedragen afspraken over de impact van de transitie op de maatschappij en de leefomgeving. De regio’s geven op hun eigen manier invulling aan de doelen en zetten hun eigen pad uit voor het (grootschalig) opwekken van duurzame energie op land.
In dit essay reiken we de taal aan voor het gesprek over wat de RES’en precies proberen te bereiken en welke verschillende elementen van een ‘goede transitie’ daarbij met elkaar moeten worden verenigd. Daarnaast bieden we taal aan voor hoe in het RES-proces keuzes worden gemaakt. Op die manier beschrijven we waarom interventies en gerichte inzet van overheidssturing belangrijk zijn voor het slagen van de energietransitie en biedt het een gemeenschappelijke taal om het gesprek te voeren over wat een goede RES is en hoe een goed RES-proces er uit ziet.