
‘Nou, kijk, mensen [ouders, red.] belden naar de belastingdienst en dan kregen ze te horen: “Dat kunnen we niet zeggen, u moet even wachten.” Als je dat de eerste keer hoort, denk je: nou ja, goed, ben ik nou zo overhaast aan het bellen? Maar op enig moment belden de ouders weer met de belastingdienst, en weer, en ze kregen altijd hetzelfde antwoord.’ Aan het woord is González Pérez, advocate van gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire tijdens haar verhoor bij de ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag. Uit haar woorden wordt duidelijk dat deze ouders geen gehoor vonden bij de Belastingdienst toen ze te maken kregen met terugbetalingsverzoeken en aanmaningen. Er was voor hen geen mogelijkheid om hun verhaal te doen. Door de bureaucratische sluier van administratieve besluiten en procedures waren zij nagenoeg onzichtbaar, met alle mensonterende gevolgen van dien. Het is een schrijnend voorbeeld van het ontbreken van wat 'menselijke maat' is gaan heten.
Er is inmiddels een sterke tegenreactie waarneembaar waarin ‘de menselijke maat’ een centraal thema is geworden binnen de overheid. Op allerlei beleidsterreinen, en daarmee in tal van overheidsorganisaties, wordt nagedacht over de vraag hoe er meer aandacht kan zijn voor de menselijke maat. Opvallend daarbij is dat niet expliciet is omschreven wat die 'menselijke maat' en 'werken vanuit de menselijke maat', precies betekenen. Maar wat is dit nieuwe maatgevende principe precies? En wat betekent het voor de relatie tussen overheid en mensen? Wat gaat schuil achter de vaak genoemde ambitie om meer menselijke maat te hanteren en de conclusie dat de menselijke maat uit het oog verloren is? Wat vraagt dit van bestuurders, ambtenaren, uitvoerend medewerkers en welke afwegingen moeten hiervoor in worden gemaakt?
Daarover gaat het essay 'Een (on)begrensde menselijke maat'. Op basis van de vele gesprekken die de auteurs hebben gevoerd bij departementen en uitvoeringsorganisaties laten zij zien hoe er nu al op heel uiteenlopende wijzen invulling wordt geven aan menselijke maat. In het handelingsrepertoire van de overheid blijken daarbij twee routes te onderscheiden: van ‘mens naar maat’ en van ‘maat naar mens’. Toch kleven aan elk van deze routes zowel voor- als nadelen en mogen zij volgens de auteurs vooral niet de paradox verhullen dat het teveel bewandelen op deze routes juist de ruimte voor menselijke maat in de weg zit.